Het lijkt alsof ik achteruit vaar als ik naar buiten kijk. Van het bovendek ben ik uitgewaaid en wel met mijn kopje koffie naar een tafeltje verplaatst. Op de rode bank naast mij ligt mijn gele regenjas, op de grond mijn blauwe laarzen en het voelt alsof ik in een schilderij zit van Piet Mondriaan.
Met mijn herinneringen vers in mijn geheugen en zand tussen mijn tenen kan ik zeggen:
Ik ben op Oerol geweest.
Oerol vindt plaats van vrijdag 14 tot en met zondag 23 juni en tovert Terschelling om tot een met Theater, Kunst, Muziek en Dans gevuld eiland. Overal waar je kijkt of langsfietst zijn bijzondere dingen te zien. Van kunstmatig aangedreven zwanen gemaakt van schotelantennes (gemaakt door Marco Barotti) tot aan Buro Rococo die mij meenam op een imaginaire reis.
Maandag de 17e arriveerde ik op het eiland als vrijwilliger om te helpen bij de voorstelling Firebird van Touki Delphine in samenwerking met Theun Mosk. Een lichtsymfonie midden in de duinen, gemaakt van oude autolampen. Voordat we alle 400 gasten naar de locatie brachten, kregen ze een zilveren poncho aan. Vervolgens liepen we dan in een lange slinger naar de locatie. Vierhonderd wandelende zilveren mensen in de avondschemering op weg naar een indrukwekkende voorstelling met lichten en geluid. Elke avond liep ik met deze slinger, om overdag zoveel mogelijk andere plekken te zien.
Overdag zag ik de zee. Zwom erin.
Mijn bed was op een boot, ik klom elke nacht door een luik, lag naast een stapel lijnen, zag hoe de haven steeg en weer daalde.
Ik zat in een bos waar ik naar een toneelstuk keek van De Gasten en genoot met volle teugen van hoe prachtig ze verhaal wisten te vertellen zonder woorden. Maar met blikken, gebaren en bewegingen.
’S nachts fietste ik door een mistige nacht en het voelde alsof ik zelf onderdeel was van een schitterend decor.
Ik zag kunstwerken in de buitenlucht en probeerde mij voor te stellen hoe mijn eigen werk zou zijn in de buitenlucht. Waait het weg? Valt het op? Willen mensen er foto’s van maken? Past het bij alle weersomstandigheden? Zou ik een plek willen maken waar je in kan? Of moeten je ogen juist de verte in kijken?
Volgend jaar. Misschien kan ik het dan écht uitproberen.
Oerol, heb je het gelezen? Ik wil bij je horen. Bij je maken. Overal. Oerol.